Routepunten bewerken

Een routepunt kunt u bewerken en hierbij verschillende details vastleggen.

  • Klik dubbel in de routepuntlijst op een routepunt.

Het venster Routepuntdetails bewerken wordt geopend.

Aan de linker kant wordt een navigator weergegeven, aan de rechter kant bepaalt u de instellingen.

U heeft de volgende mogelijkheden:

 

Tip: U kunt meerdere routepunten tegelijkertijd bewerken. Markeer hiervoor de gewenste routepunten in de routepuntlijst en open het venster Routepuntdetails bewerken met een dubbele klik of Bewerken > Wijzigen.

Adres wijzigen

In het venster Routepuntdetails wijzigen kunt u het adres van een routepunt wijzigen.

Tip: Sneller gaat het wijzigen van adresgegevens als u op het routepunt in de routepuntlijst klikt en het adres in het invoerveld wijzigt.

  • Selecteer in de navigator de optie Adres.

    De pagina Adres wordt geopend.

  • Selecteer zo nodig in de uitklaplijst het gewenste land.

    Tip: Een van te voren ingesteld land is alleen zinvol als u uitsluitend nationaal transport doorvoert. Het zoeken van adressen gebeurt hierdoor sneller.

  • Voer in het invoerveld Adres de adresgegevens van het routepunt in.

    Opmerking: Let op de volgorde Postcode Plaats, Straat Huisnummer en voer de straat altijd gescheiden door een komma in!

    Tijdens het invoeren wordt een lijst geopend met passende plaatsvoorstellen.

    Tip: In de instellingen kunt u bepalen dat het adres zoeken pas bij een klik op Enter begint (zie Instellingen voor adres zoeken).

  • Selecteer de gezochte plaats.

  • Bevestig met Overnemen.

Laad- of loshoeveelheid invoeren

Opmerkingen: Als u een laad- of loshoeveelheid bij routepunten invoert, is een volgordeoptimalisatie niet mogelijk.
Het invoeren van laad- of loshoeveelheden is niet mogelijk bij voertuigen van het type Personenwagen.

  • Selecteer in de navigator de optie Lading.

    De pagina Lading wordt geopend.

  • Geef aan hoeveel ton op het routepunt wordt geladen of gelost.

  • Wanneer de lading bij de categorie van gevaarlijke stoffen is ingedeeld, moet u de bijbehorende beladingscode invoeren.

    Opmerking: Wanneer u een ladingscode invoert, worden bij de routeplanning de bijbehorende Tunnelbeperkingen in aanmerking genomen. De ladingscode is geldig tot en met het einde van de rit of tot het volgende routepunt waar u een andere ladingscode invoert.

  • Bevestig met Overnemen.

Opmerking: Als u het laden of lossen op routepunten invoert, wordt automatisch met de lading rekening gehouden tijdens de routeplanning (zie Instellingen voor de routeplanning maken).

Tijden invoeren

U kunt voor ieder routepunt een verblijftijd of tijdvenster (bijvoorbeeld openingstijden) invoeren.

Opmerking: Bij het plannen van routes wordt er alleen met tijdvensters rekening gehouden als de routingparameter Tijdvenster aangevinkt is (zie Instellingen voor de routeplanning maken).

  • Selecteer in de navigator de optie Tijden.

    De pagina Tijden wordt geopend.

  • Geef aan hoe lang het verblijf op het routepunt duurt.

  • Geef aan of het verblijf in de aangegeven tijdvensters moet liggen.

  • Geef aan of bij de routepunten rekening moet worden gehouden met tijdvensters.

  • Als het routepunt alleen op een bepaalde datum kan worden aangedaan, kunt u de dag opgeven.

  • Bevestig met Overnemen.

Tip: Als u op ieder routepunt een verblijftijd wilt inplannen, kunt u in de instellingen een standaard verblijftijd vastleggen. Deze geldt dan voor alle routepunten (zie Routepunten).

Routepunttype wijzigen

U kunt aangeven of een routepunt een tussenpunt of een viapunt is.

Opmerking: Een viapunt wordt niet aangedaan, maar dient alleen als instelling voor het verloop van de route.

  • Selecteer in de navigator de optie Routepunttype.

    De pagina Routepunttype wordt geopend.

  • Geef het type routepunt aan.

    Opmerking: U kunt voor ieder viapunt de omtrek vastleggen, waarin het routepunt moet worden omzeild. De standaardinstelling bepaalt u in de instellingen (zie Routepunten).

  • Bevestig met Overnemen.

Opmerking toevoegen

U kunt opmerkingen aan de routepunten toevoegen, die na de routeberekening in de routelijst worden weergegeven.

  • Selecteer in de navigator de optie Opmerking.

    De pagina Opmerking wordt geopend.

  • Voer een opmerking bij een routepunt in.

  • Bevestig met OK.

Routepuntkosten invoeren

U kunt aan een routepunt kosten toewijzen. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als het voertuig op dit routepunt altijd gereinigd moet worden.

De hier aangegeven kosten zijn van invloed op het berekenen van de kosten en het bepalen van de prijzen.

  • Selecteer de regel Kosten.

    De pagina Kosten op routepunt wordt geopend.

  • Voer de gemaakte kosten in.

  • Voer eventueel meer informatie over de ontstane kosten in.

  • Bevestig met OK.

 

Tip: Meer functies vindt u in Bewerken of in het contextmenu van de routepuntlijst (zie Het snelmenu van de routepuntlijst).