Gegevensverzameling wijzigen
Opmerking: Voordat u structurele wijzigingen aan een gegevensverzameling aanbrengt, moet u een reservekopie maken van dat bestand (zie Reservekopie van een gegevensverzameling aanmaken en herstellen).
-
Open de Data Manager (zie Gegevensmanager openen ).
-
Selecteer in de lijst de gegevensverzameling waarvan u de structuur wilt wijzigen.
U heeft de volgende mogelijkheden:
-
Namen en toegangsrechten wijzigen.
-
Geografische gegevens wijzigen
In plaats van plaatsgegevens coördinaten voor het geocoderen gebruiken of omgekeerd.
-
Veldtypen en veldopschriften wijzigen of nieuwe velden toevoegen en verwijderen.
Tip: Hiermee kunt u de toewijzing van de coördinaten wijzigen, bijvoorbeeld als u bij het importeren de x- en y-coördinaten hebt verwisseld.
-
Weergave van adressen wijzigen
Symbool en opschrift van de adressen op de kaart en aanduiding van de gegevensverzameling in het programma wijzigen
Algemene gegevens wijzigen
-
Selecteer in de symboolbalk boven aan de lijst Bewerken > Algemene gegevens.
Het venster Algemene gegevens wordt geopend.
-
Voer de gewenste wijzigingen door.
Element Beschrijving Invoerveld Naam van gegevensverzameling Invoer van een veelzeggende naam.
De hier gegeven naam van de gegevensverzameling wordt bij wijze van voorbeeld in de lijst van gegevensverzamelingen weergegeven.
De gegevens worden door alle bevoegde gebruikers in hun onderneming gemeenschappelijk gebruikt.
Als de optie is aangevinkt, zijn de gegevens voor alle medewerkers in het bedrijf zichtbaar (leestoegang).
Als u de optie afvinkt, hebt u alleen toegang tot de adrestabel. Andere medewerkers zien de adrestabel niet en de adressen kunnen niet door anderen in het programma worden gebruikt.
gegevensverzameling voor snelzoeken gebruiken Als deze optie is aangevinkt, kunt u in de routeplanning naar de veldinhoud van de gegevensverzameling zoeken.
Tip: Om de inhoud van een beschrijvingsveld te zoeken, moet u een "+" en de gezochte waarde invoeren.
U kunt bij de veldtoewijzing (zie Zoeken naar veldinhoud mogelijk maken) aangeven naar welke veldinhoud u wilt zoeken.
Geografische gegevens wijzigen
-
Selecteer in de symboolbalk boven aan de lijst Bewerken > Geografische gegevens.
Het venster Geografische gegevens wordt geopend.
-
Voer de gewenste wijzigingen door.
Element Beschrijving Optie Geocodering gebeurt via adresgegevens Als deze optie is aangevinkt, worden de gegevensrecords uitsluitend aan de hand van adresgegevens gegeocodeerd.
Optie Geocodering gebeurt via coördinaten of adresgegevens Als deze optie is aangevinkt, worden de gegevensrecords bij voorkeur via coördinaten gegeocodeerd. Wanneer er geen coördinaten voorhanden zijn, gebeurt de geocodering aan de hand van adresgegevens.
Via de uitklaplijst kunt u het formaat van de coördinaten bepalen.
Met behulp van het hokje kunt u aanduiden dat de coördinaten geen komma mogen bevatten.
Gegevensstructuur wijzigen
-
Selecteer in de symboolbalk boven aan de lijst Bewerken > Gegevensstructuur.
Het venster Structuur aanpassen wordt geopend.
U kunt het veldopschrift en het veldtype wijzigen en velden toevoegen of verwijderen.
-
Klik op de pijl in de gewenste kolomtitel .
Het venster Veldeigenschappen wordt geopend.
-
Voer de gewenste wijzigingen door.
Element Beschrijving Invoerveld Invoer van een veldopschrift.
Het veldopschrift wordt bij de weergave van de tabel in het programma als kolomtitel gebruikt.
Omschrijvingsveld Als deze optie is aangevinkt, wordt de inhoud van het veld gebruikt als beschrijving van de gegevensrecord. Zo wordt bijvoorbeeld de inhoud weergegeven wanneer u in de kaart het symbool van de gegevensrecord aanwijst.
Zoeken naar veldinhoud mogelijk maken Als deze optie is aangevinkt, kunt u in de routeplanning naar de inhoud van het veld zoeken.
Om de inhoud te zoeken, moet u een "+" en de gezochte waarde invoeren.
Veld verwijderen Verwijdert het veld uit de tabel.
Let op: het veld Eenduidig kenmerk is een verplicht veld dat niet verwijderd kan worden.
Veldtype Hier kunt u het veldtype selecteren.
Opmerking: Houd er rekening mee dat veldtypen niet naar willekeur kunnen worden gewijzigd. Zo is het niet mogelijk om het veldtype Tekst te wijzigen in het veldtype Heel getal. Een gedetailleerd overzicht van de mogelijke toewijzingen vindt u hier.
-
Via Veld toevoegen maakt u een nieuwe kolom aan in de tabel.
Weergave van adressen wijzigen
De gegevensverzameling en de adressen op de kaart worden met een symbool weergegeven; dit kan een eigen symbool zijn of een van de standaardsymbolen die in het programma beschikbaar zijn.
Wanneer u een standaardsymbool gebruikt, kunt u een grafisch filter voor de adressen aanmaken. Met een grafisch filter worden de adressen aan de hand van bepaalde criteria, bv. de omzet, in verschillende kleuren op de kaart weergegeven.
Daarnaast hebt u de mogelijkheid om aan te geven, vanaf welk zoomniveau de adressen op de kaart worden weergegeven en welk veld als bijschrift wordt gebruikt.
Symbolen vastleggen
Eigen symbool gebruiken
Upload een of meerdere symbolen die u wilt gebruiken om de gegevensverzameling en de adressen op de kaart weer te geven.
Tip: U kunt in een latere stap verschillende symbolen aan afzonderlijke adressen toewijzen (zie Symbolen aan adressen toewijzen). Upload daarom in de gegevensverzameling alle symbolen die u wilt gebruiken.
-
Selecteer boven aan de lijst in de symboollijst Bewerken > Weergave van adressen.
-
Selecteer in het tabblad Symbool de optie Eigen symbool gebruiken.
-
Klik op Pictogram uploaden en selecteer het gewenste grafische bestand.
Opmerkingen: In het programma kunnen grafische bestanden tot maximaal 48 x 48 pixels worden weergegeven. U kunt afbeeldingen tot maximaal 256 x 256 pixels uploaden; deze worden verkleind tot 48 x 48 pixels. Het grafische bestand moet in een gangbaar formaat beschikbaar zijn.
De gegevensverzameling en de adressen worden met het geselecteerde symbool weergegeven.
Standaardsymbool gebruiken
TLNplanner internet biedt een reeks standaardsymbolen die u kunt gebruiken om de adressen op de kaart weer te geven.
-
Selecteer in de symboolbalk boven aan de lijst Bewerken > Weergave van adressen.
-
Selecteer in het tabblad Symbool de optie Standaardsymbool gebruiken.
-
Selecteer het gewenste standaardsymbool.
U kunt alle adressen op dezelfde manier op de kaart weergeven of een grafisch filter vastleggen.
-
Vink de optie Gelijke kleur aan.
-
Leg de gewenste kleur vast via Kleur selecteren.
-
Selecteer in de uitklaplijst Grootte, hoe groot de symbolen op de kaart moeten worden weergegeven.
Met de optie Kleurbereik kunt u een grafisch filter aanmaken. Aan de hand van het waardebereik worden de adressen met verschillende kleuren op de kaart weergegeven.
-
Vink de optie Kleurbereik aan.
-
Klik op Bewerken.
Het venster Kleurbereik vastleggen wordt geopend.
-
Selecteer het veld waarvoor u het filter wilt gebruiken.
-
Geef in de lijst de gewenste waardebereiken Van en Tot aan.
Tip: U kunt nieuwe waardebereiken instellen via Nieuw.
-
Om de kleur te wijzigen klikt u in het betreffende veld de kolom Kleur aan.
-
Uw gegevens opslaan
-
Selecteer in het venster Weergave van adressen in de uitklaplijst Grootte, hoe groot het symbool op de kaart moet worden weergegeven.
Zichtbaarheid instellen
-
Ga naar het tabblad Zichtbaarheid.
-
Geef in het bereik Zichtbaar vanaf zoomniveau aan, vanaf welk niveau de adressen op de kaart moeten worden weergegeven.
-
Geef in het bereik Bijschrift op de kaart aan, welke gegevens bij de adressen op de kaart moeten worden weergegeven.
-
Bevestig uw wijzigingen met Opslaan.