Gegevensrecords handmatig na-geocoderen

Bij de handmatige na-geocodering kunt u voor elk gegevensrecord een passend plaatsvoorstel selecteren uit de plaatsendatabank.

Open de gegevensverzameling (zie Gegevensverzameling openen).
Selecteer de gegevensrecords die u wilt na-geocoderen (zie Gegevensrecords voor na-geocodering selecteren).
Klik in de functiebalk in de rubriek Geocodering op Handmatig.

De handmatige geocodering start en in het onderste onderdeel wordt het venster Handmatige na-geocodering weergegeven.

Het venster is in twee segmenten ingedeeld:
- Waar moet het adres op de kaart worden weergegeven
  Hier selecteert u in de plaatsendatabank waar het adres op de kaart moet worden aangegeven, d.w.z. u legt de bijbehorende coördinaten vast.
- Welke adresgegevens moeten in het programma en in de uitdraai worden weergegeven?
  Hier legt u vast hoe het adres in het programma en in de uitdraai moet worden weergegeven.

U hebt nu verschillende mogelijkheden.

Geocoderen en oorspronkelijk adres corrigeren

Wanneer het oorspronkelijke adres foutief is en u het wilt corrigeren aan de hand van de adresgegevens, gaat u als volgt te werk:

Vul de weergegeven plaatsgegevens aan of voer het correcte adres in.

Tijdens uw invoer zoekt TLNplanner internet naar passende invoer in de interne plaatsendatabase en worden de voorstellen in een lijst weergegeven.
Selecteer de passende plaatsinvoer uit de lijst.

Het adres wordt op de kaart weergegeven en de geselecteerde plaatsgegevens worden overgenomen in het onderdeel Welke adresgegevens moeten in het programma en in de uitdraai worden weergegeven?.
Klik op Overnemen & verder.

Het adres krijgt een geocodering en de gegevens uit het oorspronkelijke adres worden vervangen door de adresgegevens uit de plaatsendatabank. Het oorspronkelijke adres is identiek aan het gegeocodeerde adres (zie Wat is het verschil tussen het oorspronkelijke adres en het adres met geocodering?).

Geocoderen en oorspronkelijk adres handhaven

Wanneer u het adres wilt geocoderen maar als de oorspronkelijke gegevens van het oorspronkelijke adres achteraf nog in het programma of in de uitdraai moeten worden weergegeven, gaat u als volgt te werk:

Vul de weergegeven plaatsgegevens aan of voer het gewenste adres in.

Tijdens uw invoer zoekt TLNplanner internet naar passende invoer in de interne plaatsendatabase en worden de voorstellen in een lijst weergegeven.
Selecteer de passende plaatsinvoer uit de lijst.

Het adres wordt op de kaart weergegeven en de geselecteerde plaatsgegevens worden overgenomen in het onderdeel Welke adresgegevens moeten in het programma en in de uitdraai worden weergegeven?.
Leg in het onderdeel Uw gegevens met behulp van knop vast welke gegevens van het oorspronkelijke adres achteraf in het programma en in de uitdraai moeten worden weergegeven.

Tip: In het onderdeel Weergave in programma hebt u in de invoervelden ook de mogelijkheid om adresgegevens te wijzigen of aan te vullen.
Klik op Overnemen & verder.

Het adres krijgt een geocodering, in het programma worden de adresgegevens weergegeven die u in het onderdeel Weergave in programma hebt aangegeven.

In de detailweergave van de gegevensrecord verschilt het oorspronkelijke adres dus van het adres met geocodering (zie Wat is het verschil tussen het oorspronkelijke adres en het adres met geocodering?).

Adres in de kaart verschuiven

Als een adres niet helemaal precies op de juiste plaats in de kaart wordt weergegeven, kunt u het naar de gewenste positie verschuiven.

U kunt zover op de kaart inzoomen totdat u de gewenste positie goed kunt zien.
Klik op het groene kruis, houd de linkermuisknop ingedrukt en verschuif het kruis naar de nieuwe positie.
Klik op Overnemen & verder.

De nieuwe positie wordt nu gebruikt voor de coördinaten van het adres.