In TLNplanner internet: Eindapparaat aanmaken en routeverloop verzenden

Eindapparaat aanmaken

 

• Open de toepassing Apparaatbeheer.

  Tip: U kunt Apparaatbeheer ook openen in de routeplanning door in de functiebalk > TLNnavigator > Apparaatbeheer te kiezen.

• Klik op Nieuw apparaat.

• Voer het apparaatkenmerk in het gelijknamige veld in.

  

Het eindapparaat is aangemaakt en u kunt een route berekenen en verzenden.

Opmerking: Als u een route hebt verzonden, worden in het tabblad Protocol de relevante gegevens zoals datum, tijdstip, toegevoegde berichten enz. opgeslagen.

Routeverloop verzenden

 

• Bereken een route.

• Ga naar het tabblad Routelijst.

• Klik in de functiebalk op TLNnavigator.

  Opmerking: U kunt ook bovenaan de lijst op Export > TLNnavigator > Apparaatnaam klikken.

  Het venster Verzenden naar TLNnavigator wordt geopend.

• Voer indien gewenst een commentaar in dat de chauffeur te zien krijgt.

• Geef in het bereik Verzenden aan welke gegevens moeten worden verzonden.

  Element	Beschrijving
  Optie Alleen routepunten	Alleen de routepunten worden naar TLNnavigator verzonden. De route wordt in TLNnavigator opnieuw berekend en kan afwijken van het in TLNplanner internet berekende routeverloop.
  Optie Route (routepunten)	Met deze optie worden de routepunten van de berekende route verzonden. Als u meerdere routes hebt berekend, kunt u in de lijst selecteren welke route moet worden verzonden. Met Rekening houden met trajectinstelling > Weinig | Middel | Precies bepaalt u hoe strikt TLNnavigator het verzonden routeverloop moet volgen.
  Optie Vertrekpunt niet verzenden	Vink deze optie aan als het vertrekpunt niet relevant is voor de route.

• Bevestig met Verzenden naar TLNnavigator.

Het routeverloop wordt naar het geselecteerde eindapparaat gestuurd. De chauffeur ontvangt daarvan bericht op het apparaat.